Condensatie

Condensatie

Vochtproblematiek is een veel besproken onderwerp in de bouwwereld. Water- en vocht vormen namelijk de grootste factoren van bouwschades. Er zijn verschillende belangrijke aspecten betreffend vochthuishouding en in deze blog gaan we verder in op inwendige condensatie, relatieve luchtvochtigheid, dampspanning en diffusie.

Vochtproblematiek

Vochtproblematiek is een veel besproken onderwerp in de bouwwereld. Water- en vocht vormen namelijk de grootste factoren van bouwschades. Deze schade komt onder andere door: lekkages van waterleidingen, lekkages in het dak of ondeugdelijke aansluitingen in de gebouwschil. Maar ook buiten deze vrij zichtbare gebreken bestaan er ook minder zichtbare vormen van vochtschade. Dit zijn bijvoorbeeld optrekkend vocht, doorslaand vocht of inwendige condensatie. Al deze onderwerpen verdienen een blog op zichzelf. In deze blog gaan we verder in op inwendige condensatie. Om inwendige condensatie goed te kunnen begrijpen zullen we eerst het effect van condensatie verder toelichten.

 

Condensatie

Condensatie is de faseovergang van een damp naar een vloeistof. De lucht om ons heen bevat altijd een bepaalde hoeveelheid waterdamp. Hoe warmer deze lucht is, des te meer waterdamp er in deze lucht kan worden opgenomen. Andersom geldt dus ook, des te kouder de lucht, des te minder waterdamp de lucht kan opnemen. De hoeveelheid vocht die zich in de lucht kan bevinden is dus afhankelijk van de temperatuur.

 

Relatieve luchtvochtigheid

De relatieve luchtvochtigheid (RV) geeft, middels een percentage,  aan hoeveel waterdamp er in de lucht aanwezig is in verhouding tot de maximale hoeveelheid waterdamp dat er in de lucht aanwezig kan zijn. Bij een RV van 50% zou er dus twee keer zo veel vocht in de lucht aanwezig kunnen zijn. Of damp gaat condenseren heeft te maken met de hoeveelheid vocht dat in de lucht aanwezig is en de temperatuur van de lucht of de temperatuur van objecten. Condens zal als eerst neerslaan op koudere oppervlakten. Dit zie je bijvoorbeeld gebeuren wanneer een koud glas frisdrank beslaat op een warme dag op het terras.

Wanneer warme vochtige lucht afkoelt, zal het uiteindelijk gaan condenseren. Des te hoger de RV des te eerder de damp zal gaan condenseren. Het punt wanneer de condensatie plaatsvind heet het dauwpunt. In de onderstaande grafiek (grafiek A) is het dauwpunt weergegeven bij verschillende relatieve luchtvochtigheden.

(grafiek A)

Dauwpunt bij verschillende relatieve luchtvochtigheid

Ventileren

Hoe hoger de luchtvochtigheid in een bepaalde ruimte, hoe eerder je het effect van condensatie zult waarnemen. Een goed voorbeeld hiervan is het beslaan van de spiegels in de badkamer na het douchen. Een te hoge luchtvochtigheid verhoogt dus het risico op condensatie. Een gemiddeld gezin produceert zo’n 10 tot 15 liter aan vocht per dag. Dit komt onder andere door: koken, douchen en wassen maar ook door zweten en ademen. Om ervoor te zorgen dat het vocht niet ophoopt is dus belangrijk om regelmatig te ventileren in huis.

 

Dampspanning

Dampspanning is een druk die wordt gevormd door de temperatuur en de relatieve luchtvochtigheid. Warmte of warme lucht trekt altijd richting koudere oppervlakten en omgevingen. Daarnaast zal de relatieve luchtvochtigheid altijd balanceren met zijn omgeving. Vocht zal dus van een hogere luchtvochtigheid richting een lagere luchtvochtigheid bewegen. Aangezien het binnen een woning meestal warmer is en er een hogere luchtvochtigheid is in vergelijking met buiten, zal de dampdruk in de meeste gevallen van binnen naar buiten willen trekken. Door deze druk richting buiten zullen er luchtstromen door de buitenschil van de woning kunnen trekken. Aangezien de schil van de woning altijd de plek is welke geïsoleerd is spreken we ook wel van een isolatieschil. Om deze luchtstromen in te perken is het belangrijk om de isolatieschil van binnen uit luchtdicht te maken.

 

Diffusie

Naast ongewenste luchtstromen kan ook diffusie zorgen voor vochttransport door de isolatieschil. We hebben gezien dat door dampspanning er een druk van binnen naar buiten ontstaat. Verschillende bouwmaterialen zullen dit damptransport in een bepaalde mate remmen. Dit wordt dampdiffusieweerstand genoemd, gemeten middels de µ-waarde van het materiaal. Hoe hoger de µ-waarde van het materiaal hoe meer dampremmend het materiaal is.  Wanneer je de µ-waarde vermenigvuldigd met de dikte van het materiaal in meter, krijg je de sd-waarde. De sd-waarde geeft aan in welke mate een bepaald constructieonderdeel damp remt. Om de dampremmendheid of juist dampopenheid van een constructieopbouw goed te kunnen ontwerpen kun je onder andere gebruik maken van speciale isolatiefolies en andere luchtdichtingsproducten.

 

 

* Wij delen uw gegevens nooit met anderen.
iDEAL Bancontact Bank transfer
Mijn account
You are not logged in. Log in to make use of all the benefits. Or create an account now.
Winkelwagen
Uw winkelwagen is leeg
Zoeken
Search suggestions
Geen producten gevonden...
Door het gebruiken van onze website, ga je akkoord met het gebruik van cookies om onze website te verbeteren. Dit bericht verbergen Meer over cookies »